In Het Dijkhuis is hij weer dichtbij zijn geboortegrond. Herman werd geboren in Zenderen als vijfde in een gezin van twaalf kinderen. “Twee kinderen stierven bij de geboorte”, vertelt hij. Zijn ouders hadden een boerderij. “We waren dag en nacht buiten”, vertelt hij. “Maar we moesten ook helpen op de boerderij.” Herman groeide op vlakbij het Retraitehuis, De Zwanenhof, waar de paters redemptoristen woonden. Hij werd misdienaar. “Ik vond de paters heel aardig. Ik denk dat ik daar een tik heb meegekregen”, zegt hij lachend, “want na de basisschool ben ik naar het gymnasium bij de paters redemptoristen in Nijmegen gegaan.”
“Toen ik tot priester was gewijd en naar Zenderen kwam liep het hele dorp uit”
Na zijn opleiding in Nijmegen ging hij naar Wittem in Limburg voor een studie theologie. In september 1955 werd hij samen met zeven collega’s tot priester gewijd. Hij kijkt nog met een heel mooi gevoel terug op zijn priesterwijding. “Toen ik tot priester was gewijd en naar Zenderen kwam liep het hele dorp uit”, zegt hij met een sprankeling in zijn ogen.
Na zijn studie in Wittem ging hij naar Amsterdam om als pater te werken vanuit een retraitehuis. “Dat was Vlakbij de Westertoren. Ik heb daar een mooie tijd gehad en veel kunnen doen. Als paters redemptoristen zijn we er voor de zieken, armen en eenzamen. Ik wilde iets betekenen vooral voor diegene die het moeilijk hebben.” Na Amsterdam ging Herman naar Bergen. Daar ging hij werken in de zielzorg.
Bomvolle kerk
In 1970 werd hij pastor van de Willibrordparochie in Hengelo. “Ook daar heb ik hele mooie jaren gehad. In die tijd zat de kerk nog bomvol. Dat is nu veranderd. Toch heb ik als pastor iets kunnen betekenen voor mensen. Een drama in een gezin in die parochie vergeet hij nooit meer. “Zij verloren drie dochtertjes, wat een enorm verdriet.”
In 1990 ging hij met emeritaat. Herman is kritisch ten opzichte van het bisdom en vindt dat de kerk de leer en opvattingen wel wat meer los mag laten. “Het gaat erom dat je er bent voor de mensen”, zegt hij vastbesloten. “Vooral voor diegene die het moeilijk hebben.”
Geluksvogel
Onlangs werd hij 95. “Ik kan wel zeggen dat ik een geluksvogel ben. Ik heb in het verleden darmkanker gehad en een auto-ongeluk. Ik heb wel een tijdje in het ziekenhuis gelegen, maar ik ben er weer goed bovenop gekomen.” Of er een hemel is? “Vroeger had ik het rotsvaste geloof dat er een hemel is. Nu ik ouder ben, twijfel ik daar wel eens aan. En als het er wel is, hoop ik dat er plek voor mij is.”