De SmartClips zijn volgens Linde een mooie manier om de bewoners in beweging te krijgen. “Ze prikkelen het brein. Voor de SmartClips hebben bewoners nauwelijks uitleg nodig. Ik gebruik ze dagelijks als ondersteuning van trainingen voor zowel de beweeggroepen als voor individuele bewegingsagogie.”
Verbinden
Hoe het werkt? De kastjes zijn magnetisch en ook te plaatsen op vloeren, muren en objecten. “De SmartClips hebben een bewegingssensor en LED’s, die via bluetooth worden aangestuurd. Je kunt de SmartClips aanzetten en verbinden met de tablet. Via de tablet kun je eigen instellingen kiezen. Je kunt bijvoorbeeld instellen met hoeveel clips je speelt en hoeveel tijd er tussen elke oplichting zit.”
Door de SmartClips kunnen ouderen die minder bewegen, toch gestimuleerd worden om te gaan bewegen. “Bewoners krijgen een prikkel om in beweging te komen”, vertelt Linde. De bedoeling is dat zij de lampjes uitdrukken, dit kan zowel met de armen, de benen en zelfs met het hoofd. Het maakt trainingen uitdagender, maar kan ook bijdragen aan het verminderen van pijn. Zoals bijvoorbeeld bij mevrouw Smits. “Zij heeft veel pijn in haar nek en kan deze daardoor moeilijker bewegen. Na het bewegen met ondersteuning van de SmartClips, heeft mevrouw het gevoel dat haar nekspieren soepeler aanvoelen. Hierdoor kan ze ook beter helpen tijdens de zorgmomenten waardoor collega’s makkelijker zorg kunnen leveren.”
De resultaten van de trainingen die de bewoners doen met de smartclips, zijn volgens Linde ook meetbaar. In het programma op de tablet kun je die gegevens aflezen. “Maar het doel is bewegen”, vertelt ze. “Het gaat ons er niet om hoe snel iemand is.”
Enthousiast
Linde gebruikt de SmartClips sinds begin dit jaar. “We hebben ze eerst geleend van de TZA (Technologie en Zorg Academie) en daarna zelf gekocht van de gelden van Waardigheid en Trots. Ze gebruikt de SmartClips op alle afdelingen en ze zijn voor elke doelgroep inzetbaar. “Bewegingsagogie doen we veelal op de gang. Bewoners die voorbij komen worden vaak enthousiast als ze het zien en vragen geregeld of zij het ook mogen uitproberen”, zegt Linde.