Ina’s ouders verhuisden als echtpaar zes jaar geleden naar Het Meulenbelt. “Mijn moeder overleed een jaar na de verhuizing. Sinds mijn ouders hier woonden ging ik mee met uitjes en als zwembegeleider. Mijn vader vond zwemmen fantastisch. Hij heeft hier ontzettend van genoten”, vertelt ze.
Vanwege corona moest de zwemactiviteit 2,5 jaar worden stopgezet. Sinds dit jaar kunnen bewoners elke maandag weer naar het zwembad. “Op de afdeling waar mijn vader woonde, hebben ze mij gevraagd of ik wilde aanblijven als vrijwilliger. Ik heb daar wel even over na moeten denken, want ik wist niet zeker of ik dat wel kon.” Ina besloot om door te gaan. “Ik krijg daar nog steeds veel complimenten voor van medewerkers”, zegt ze.
In de jaren nadat Ina’s moeder is overleden heeft haar vader een vriendin leren kennen op de afdeling. Ook zij ging altijd mee zwemmen. “Ik zwem nu met haar, want ik zie hoe ze ervan opknapt. Ze heeft een extra beperking, want ze is doof.”
Stralen
Volgens Ina zijn de bewoners erg enthousiast over het zwemmen. “Het is zo’n leuke activiteit, ze willen het niet missen. De bewoonster waar ik mee zwem, begint altijd helemaal te stralen als ik kom. Maar ook de andere bewoners staan te popelen als we ze op komen halen. We drinken nu altijd eerst een kop koffie en gaan dan naar Tubbergen.”
Teruggeven
Voor Ina loopt vrijwilligerswerk als een rode draad door haar leven. Waarom het voor haar zo belangrijk is? “Ik heb lange tijd in Afrika gewerkt. Toen ik terugkwam ben ik vrijwilligerswerk gaan doen en altijd blijven doen. Het geeft me een heel goed gevoel. Mijn ouders hebben het altijd heel goed gehad op afdeling Bellinckhof geel. Het is een fantastische afdeling, ik neem mijn petje af voor de medewerkers. Omdat ik het daar altijd als heel prettig heb ervaren, wil ik graag wat teruggeven.”