“Kijk die schoenen van Loek!”, zeg ik tegen mijn collega. “Daar gaan we even een geintje mee uithalen”, zeg ik lachend terwijl ik naar het kantoor loop voor een blaadje. In het kantoor schrijf ik op het blaadje;
Lieve Loek,
Je bent een beetje vroeg met het zetten van je schoen,
maar ik wilde niet lullig doen.
Dus er zit toch iets in,
hopelijk is het naar je zin!
Liefs Sint en de zusterpieten.
‘23 februari 2019.
Ik rol het blaadje op en stop het in zijn ene schoen, mijn collega pakt een banaan en stopt deze in zijn andere schoen. Ondertussen hebben wij de grootste lol, we kunnen niet wachten tot Loek uit bed komt.
Rond de klok van 09.00 uur komt hij dan eindelijk zijn bed uit, hij ziet direct zijn schoenen staan bij de haard. Even staat hij met zijn rollator in de deuropening. Terwijl hij zich op zijn hoofd krabt zie ik hem denken. Hij heeft een diepe fronsrimpel, als hij zich hardop afvraagt wat er is gebeurd. Heel even ben ik bang dat hij het geintje niet begrijpt of niet kan waarderen.
Loek kijkt van zijn schoenen bij de haard naar mij en weer terug. Hij vraagt met een ondeugende blik wat ik nu toch weer gedaan heb. Hij bukt zich om het gedicht uit zijn schoen te pakken, begint hardop te lezen en daarna nog veel harder te lachen.
“Wat een geweldige grap zusterpiet, deze bewaar ik voor altijd en laat ik aan mijn dochter lezen. En euh… voortaan ruim ik mijn schoenen netjes op hoor!”