Ik zit met een aantal bewoners aan de tafel in de gezamenlijke huiskamer. De warme maaltijd is net op, de afwas gedaan en terwijl het koffiezetapparaat pruttelt zitten we nog even na te tafelen. Ondertussen snijd ik wat vers fruit waar gretig van wordt gegeten.
We zijn gezellig aan het kletsen over vroeger terwijl ik de koffie inschenk. Jaap heeft suiker en melk in de koffie en vraagt om een lepeltje. Ik maak een flauw geintje over roeren met zijn vinger omdat ik die lepeltjes anders weer af moet wassen. “Ach dan had je maar een vak moeten leren”, zegt Peter gekscherend en hij moet er, net als de rest aan tafel, hard om lachen.
“Had ik maar een vak moeten leren”, herhaal ik en ik knik instemmend. “Wat voor een vak hebben jullie eigenlijk geleerd?” vraag ik terwijl ik in de groep rond kijk. Peter antwoordt direct “Radio en televisie technicus!” De anderen aan tafel zijn zichtbaar onder de indruk van deze chique benaming. Rita vertelt dat ze heeft geleerd voor kleuterjuf. Aan Abel vraag ik “En jij? Wat heb jij geleerd op school?” Hij antwoordt nonchalant “Niks!” en heeft direct de lachers op zijn hand. Berend heeft voor magazijnmedewerker geleerd en bij Philips gewerkt.
“En wat denken jullie dat ik geleerd heb?” vraag ik. Peter heeft geen idee en Rita zegt, terwijl ze haar hand op mijn arm legt, lachend “Je hebt vast iets over fruit gestudeerd want dat kan je zo lekker klaarmaken.”
“Ik heb geleerd voor verpleegkundige” zeg ik tegen de groep aan tafel, waarop Rita zichtbaar onder de indruk en bloedserieus antwoordt: “Jeetje meisje wat knap! Maar wat jammer dat je daar dan niets mee doet joh...”