Ik vraag mijn collega of ze me zou willen mailen hoe dit zo snel is gegaan. Is hij ziek geworden? Toch weer gevallen? Heeft hij zich verslikt? Ik merk dat ik veel vragen heb. Aangezien het in Nederland een uur later is en de dienst van mijn collega er dus bijna op zit stuur ik er snel achteraan dat een mailtje natuurlijk ook kan wachten tot ze een dezer dagen tijd heeft.
Een dikke drie weken geleden sprak ik zijn schoondochter nog. Ze zaten samen in het restaurant een kopje koffie te drinken toen ik vertelde dat ik er een tijdje tussenuit zou gaan. We bespraken nog even dat hij zoveel had ingeleverd de afgelopen tijd en dat hij het daar erg moeilijk mee leek te hebben. Communiceren lukte niet meer goed, vanwege valgevaar zat hij sinds kort in een rolstoel en vanwege zijn verhoogde risico op verslikken kon hij niet meer alles eten wat hij lekker vond. “Ik ben eind februari weer terug, maar eigenlijk hoop ik jullie dan niet meer te zien”, zei ik tegen zijn schoondochter. “Niet om jullie natuurlijk, maar ik hoop oprecht dat de strijd voor hem dan voorbij is.”
Hij leefde door Parkinson en daarbij een Lewy Body dementie, niet meer het leven dat hij wilde. En dat gingen we ook als verpleging steeds meer merken. Daar waar hij een tijd geleden altijd in was voor een grapje, het hoogste woord had en moeiteloos de zusters om zijn vinger wond met zijn charismatische uitstraling en pretoogjes, was hij de laatste maanden stil en knorrig. Soms zelfs boos. De woorden konden we vaak niet verstaan, maar aan de felle toon te horen waren het geen complimentjes die hij ons gaf. Hij viel, ondanks bijvoeding, alsnog kilo’s af en werd stukje bij beetje meer afhankelijk van ons.
Eigenlijk is het helemaal niet belangrijk om te weten hoe en wat, wat betreft zijn overlijden maar de verpleegkundige in me is daar toch ontzettend nieuwsgierig naar. Als ik die informatie heb ontvangen helpt het me om het voor mezelf af te sluiten.
Het belangrijkste is dat zijn strijd is gestreden, hij heeft rust gevonden en dat is hem zo ontzettend gegund. Lieve Jaap, het is goed zo...